Smart Mobility vereist centrale regie
Hoewel het wegennet nog niet was ontwikkeld, richtte Martin Sixt in 1912 “SIXT Autofahrten und Selbstfahrer” op, met drie voertuigen. Dat getuigt van lef, aangezien de stoomtrein toen hét vervoermiddel was, zeker voor langere afstanden.
Maar het getuigt ook van een vooruitziende blik, want sindsdien is het autogebruik alleen maar toegenomen. Ook het autobezit is sterk toegenomen. Het gevolg daarvan is echter dat de straten volstaan met auto’s die een groot deel van de tijd niet gebruikt worden. Dat is natuurlijk geen efficiënt gebruik van vervoermiddelen, noch van de ruimte. Met name in steden wordt veel ruimte ingenomen door stilstaand blik. Ruimte die een veel betere bestemming kan krijgen.
Gebruik in plaats van bezit
Smart mobility is het 21e-eeuwse antwoord op dit probleem, met een focus op gebruik in plaats van bezit. De koppeling van technologie zoals mobiel internet, apps en gps maakt het in veel steden mogelijk om op elk gewenst moment te kunnen beschikken over een vervoermiddel. De meeste van die vervoermiddelen in Nederland, zoals scooters en deelauto’s, zijn volledig elektrisch. Daardoor zijn ze geschikt om decentraal ‘bij te tanken’ en dragen ze bij aan een schonere lucht.
Deelmobiliteit biedt flexibiliteit
De ontwrichtende werking van de COVID19-pandemie heeft ervoor gezorgd dat men anders is gaan nadenken over werkpatronen en -tijden: het ‘hybride werken’. Die verandering biedt kansen om het verkeer beter te spreiden. Dat vraagt om flexibiliteit, die deelmobiliteit bij uitstek kan leveren. De volgende stap in de ontwikkeling van smart mobility is het introduceren van zelfrijdende vervoersmiddelen. Zowel auto fabrikanten als ride-hailing bedrijven zetten vol in op deze ontwikkeling. SIXT heeft onlangs aangekondigd om volgend jaar in München een proef te startenmet zelfrijdende taxi’s. De voordelen die behaald kunnen worden door smart mobility, op het gebied van efficiëntie en leefbaarheid, zullen hun weerslag hebben op de gehele samenleving.
Meer deelconcepten, meer ruimte voor de mens
Velen zijn het eens over de toekomst van mobiliteit: duurzaam, meer deelconcepten, meer ruimte voor de mens. Dat ‘de markt’ hierbij het voortouw moet nemen, staat niet ter discussie. Veel bedrijven zijn actief op dit vlak en er wordt door hen flink geïnvesteerd. Nu wordt het tijd dat de landelijke overheid de centrale regie neemt. Er zijn in Nederland veel initiatieven, allemaal met een eigen aanpak en regels. De oorzaak daarvan is dat elke gemeente en regio in het land zijn eigen beleid en aanpak wil ontwikkelen.
Samenwerking tussen overheid en ondernemers
Het behoeft geen betoog dat zo’n versnipperde aanpak op gespannen voet staat met de verwachting dat bedrijven volop investeren in nieuwe initiatieven. Het is niet realistisch om te verwachten dat zij met elke afzonderlijke gemeente, vervoersregio of lokaal samenwerkingsverband moeten onderhandelen over (parkeer) vergunningen of over überhaupt toestemming om hun diensten aan te mogen bieden.
Voor de landelijke uitrol van een op elkaar aansluitend aanbod van vervoersmiddelen is samenwerking nodig: met ov-aanbieders, gebiedsontwikkelaars en werkgevers. En met de overheid, zowel op lokaal, provinciaal als landelijk niveau. Daarbij horen ook beslissingen over de kosten van deze maatschappelijke gedragsverandering. Want gemeenten die parkeren primair als een bron van inkomsten blijven zien, gaan nooit de omslag maken die nodig is om te zorgen dat de openbare ruimte weer van de mens wordt.
Een efficiënter gebruik van vervoersmiddelen zal een positief effect hebben op de omgeving en het klimaat. De veelal elektrische auto’s zijn een aanvulling op ov-netwerken en andere deel voertuigen zoals elektrische scooters en fietsen. Voor een deel zal die ontwikkeling aanbodgedreven zijn en de overheid zal de aanbieders daarin moeten faciliteren. Een landelijk beleid geeft aanbieders het vertrouwen om te investeren en zal een versnelling teweegbrengen in het gebruik van deelmobiliteit, met alle maatschappelijke voordelen van dien. Smart mobility needs smart government – met een vooruitziende blik.
Over Karen van den Boom
Karen behaalde een Master of Business Administration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na posities bij The World Forum Convention Center en ING, begon ze bij NH Hotel Group waar zij uiteindelijk verantwoordelijk was voor ruim zeventig hotels. In 2013 maakte Karen van den Boom de overstap naar Sixt: eerst als commercieel directeur Benelux, en sinds 2016 is ze CEO van Sixt Benelux. Sinds 2018 is Karen van den Boom bestuurslid van de Duits-Nederlandse Handelskamer.
Tekst: Karen van den Boom
Foto: Mike Roelofs
Wilt u ook lid worden van het grootste Duits-Nederlandse netwerk? Op de DNHK-website vindt u alle voordelen.
Contactpersoon
Kiona Jansen