Nederlandse dialecten: op vakantie, fekansie of vardamme in eigen land?
Twee uur in de auto naar je vakantiebestemming en je krijgt nog maar nauwelijks mee waar de mensen het over hebben. Je hoeft de grens er niet voor over: dialecten zijn weer populairder dan ooit! Maar, hoe leer en begrijp je een ander dialect uit ons land? Gerenommerd hoogleraar Nederlands, Marc van Oostendorp, van de Radboud Universiteit licht toe.
‘Goooojundaggg’. Als toerist in eigen land moet je niet raar opkijken als je in Limburg op die manier wordt begroet bij het binnenlopen van een winkel. “Hoeveel dialecten er in Nederland zijn? Dat is geen simpele vraag”, stelt professor van Oostendorp. Het Meertens Instituut, centrum voor onderzoek en documentatie van de Nederlandse taal en cultuur waar de professor ook werkzaam is, komt op een indeling van 24 grotere dialectgroepen. Maar één dialectgroep kan weer in verschillende groepen onderverdeeld worden, zoals het Twents wordt onderverdeeld in het Oost-Twents en Twents-Graafschaps, die op hun beurt ook weer onderverdeeld kunnen worden. Niet zo gek dus, dat mensen moeite hebben dialecten in eigen land te verstaan.
Hoogleraar Nederlands Marc van Oosterndorp over Nederlandse dialecten.
Geheimtaal voor de regio
“In Limburg wordt nog volop in dialect gesproken. Als je daar een winkel binnenkomt en ze kennen je niet, dan proberen ze toch eerst Limburgs met je te praten. Een dialect dat voor buitenstaanders veelal moeilijk te verstaan is”, aldus de taalkundige. In sommige regio’s wordt er nog dagelijks in dialect gesproken, in andere regio’s is de levendigheid wat minder, zoals in Brabant, waar de mensen juist beginnen met Standaardnederlands om te testen of je niet een accent hebt. En in Friesland wordt West-Fries gesproken, wat geen dialect maar gewoon een échte taal is, waar de Friezen maar wat trots op zijn.
Wat velen niet beseffen, is dat een dialect niet alleen een andere uitspraak van een bepaalde taal is, maar dat het ook zijn eigen woordenschat en grammatica heeft. Dat is wat een dialect zo bijzonder maakt. Waar je in het Standaardnederlands bijvoorbeeld zegt: ‘doe de deur dicht, het wordt me te fris’, zou je in het Twents zeggen: ‘doo-t de deure too, ’t döt mie ’t lief’. Nogal een verschil dus. Het onderling spreken van een dialect geeft ook een gevoel van verbintenis. Dat kan je zien op de Waddeneilanden, want ook daar spreken de bewoners hun eigen dialect. De Waddeneilanden worden elke zomer overspoeld door Nederlandse en Duitse toeristen, de eilanders kunnen zich dan onderscheiden door in hun dialect te praten. “Een soort geheimtaal dus!” meent de academicus Van Oostendorp.
Hoe Nederlanders en Duitsers elkaars dialect begrijpen
In het noordoosten van Nederland, ofwel van de Achterhoek tot aan Groningen, wordt een Nedersaksisch dialect gesproken. “Dat wordt ook wel Platduits genoemd. Ook daarin zitten veel verschillende groepen dialecten, maar vooral rond het grensgebied in Groningen en Nedersaksen kunnen Nederlanders en Duitsers elkaars dialect goed verstaan”. Maar op de Waddeneilanden of in Zeeland kunnen ze er waarschijnlijk geen touw aan vastknopen!
“Dialect is moeilijk om op latere leeftijd te leren. Net als elke taal is het lastig om een vreemde taal te leren, maar voor Duits en Italiaans bijvoorbeeld kan je nog cursussen nemen, voor een dialect vaak niet. Je hebt er talent voor nodig”, zegt de hoogleraar. Gelukkig biedt de Radboud Universiteit deze zomer gratis webinars voor iedereen die deze zomervakantie zal vieren in eigen land. De webinars zullen niet alleen uitleg geven over dialecten in Nederland, maar er zullen ook lessen en do’s en don’ts over bepaalde dialecten, zoals het Limburgs, het Nijmeegs en de Waddendialecten gegeven worden. Leuk! Of zoals ze in het Twents zeggen, Skier!
Meer weten over dialecten? Volg de gratis webinars die de Radboud Universiteit deze zomer aanbiedt.
Tekst: Chanda de Korte
Foto: Arjan de Jong