Met innovaties de veehouderij klimaatvriendelijker maken

“Voerconcepten dragen bij aan een verduurzaming van de veehouderij.” Met deze verklaring neemt Adrie van der Ven, COO ForFarmers Duitsland, het woord in het klimaatdebat. Het Nederlandse moederbedrijf is als voeronderneming marktleider in Europa en is al 30 jaar lid van de DNHK. ForFarmers ziet mogelijkheden om met innovaties de veehouderij klimaatvriendelijker te maken. We gaan met de directeur in gesprek.

CO₂, stikstof en landgebruik – de agrarische sector wordt in toenemende mate onderwerp van het maatschappelijke debat over klimaatbescherming. Ten onrechte, Adrie van der Ven?

Het produceren van voedsel heeft impact op het milieu. Door de groeiende wereldpopulatie neemt de vraag naar voedsel toe. Een vraag waarin, wereldwijd, op een duurzame manier moet worden voorzien. Als speler in de voedselproductieketen zijn wij ons bewust van de impact die de agrarische sector heeft op het milieu. De agrarische sector heeft in steeds meer landen te maken met overheidsmaatregelen om de milieueffecten van de sector te verminderen. En dit wet- en regelgeving t.a.v. uitstoot van broeikasgassen is complexe materie. Wij vinden dat er nog meer focus op technische innovatie voor voer, stalinrichting enmestaanwending moet zijn: dat zijn belangrijke voorwaarden voor een duurzame oplossing.

In het maatschappelijke debat moeten wij ons blijven richten op het voeren van de discussie op geaccepteerde feiten en het zoeken naar duurzame oplossingen. In dit complexe vraagstuk moeten lange-termijn oplossingen centraal staan en korte-termijn acties moeten daaraan bijdragen. Consistent beleid is daarvoor belangrijk en nodig. De afgelopen decennia heeft de agrarische sector al veel resultaten geboekt op het terugdringen van uitstoot. De sector werkt continu aan vernieuwing die de sector beter, schoner en op een kwalitatief (op gebied van dierenwelzijn en diergezondheid) hoger niveau tilt.

Hoe kunnen we volgens u de landbouw duurzamer maken?

De agrarische sector in West-Europa is continu bezig met het verder verduurzamen – met alle uitdagingen van dien. De Nederlandse agrarische sector heeft zelfs de laagste CO2 voetafdruk. Maar het kan, en moet, natuurlijk nog beter.

ForFarmers werkt daarom samen in de keten aan verdere verduurzaming van de sector. In Nederland heeft ForFarmers bijvoorbeeld het voortouw genomen om met branchegenoten een gemeenschappelijk standpunt te bepalen over de stikstofproblematiek en een krachtige, oplossingsgerichte aanpak voor te stellen aan de Minister van LNV. Zowel technologische innovaties als voeroplossingen kunnen de stikstofuitstoot beperken. Onze kracht ligt in verdere innovatie van voeders, in het meten van resultaten samen met de boeren op het boerenerf zelf, en door samenwerking met wetenschappers en brancheorganisaties. Evenals dat we bij de fosfaatproblematiek hebben bijgedragen aan het verminderen van de uitstoot door voederoplossingen kunnen wij ook een bijdrage leveren met adviezen op het gebied van stalinrichtingen, mestaanwendingsprojecten en voederoplossingen om stikstofuitstoot te verminderen.

De thema’s zijn divers: fosfaat in het water, broeikasgassen in de atmosfeer, energieverbruik, …. Hoe helpt u boeren om de uitgebreide uitdagingen aan te gaan?

Wij richten ons op een sterke, duurzame en innovatieve agrarische sector. Dit vertaalt zich in duurzame oplossingen zowel in de inkoop, de productie en het transport van de voeders, als op het boerenerf. In dit kader heeft ForFarmers eigen duurzaamheidsdoelstellingen – daarover rapporteren we jaarlijks en we laten dit ook door onze accountant controleren en goedkeuren.

We werken bijvoorbeeld aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, maar ook aan het terugdringen van de fosfaatuitstoot op het boerenerf. Daarnaast zetten we ons er continu voor in om meer productie van dierlijke eiwitten te realiseren met minder gebruik van grondstoffen. Denk aan lagere voederconversies realiseren en optimaal gebruikmaken van reststromen.

Om twee concrete voorbeelden te noemen van duurzaamheid op het boerenerf: we helpen varkenshouders bij het zelf fermenteren van voer voor varkens. Dit levert beter verteerbaar voer op, een betere fosfaatbenutting en gezondere dieren. Bovendien hoeft de veehouder dan minder water aan de mix toe te voegen, wat minder mest oplevert en dus ook een kleinere CO₂-voetafdruk. ForFarmers levert zowel de melkzuurbacteriën als aanvullende voeders aan de veehouders, vergezeld van advies en hulpmiddelen.

Naast de Nederlandse markt kent u ook de Duitse markt zeer goed. Hoe verschillen de uitdagingen in de twee landen?

De Nederlandse markt kenmerkt zich door meer samenwerking binnen de keten ten opzichte van de Duitse markt. De verschillende schakels in de voedselproductieketen werken bijvoorbeeld samen in ontwikkeling van concepten die consumenten in de winkel kunnen kopen, bij voorbeeldbv eieren of vlees, en  op het gebied van data-uitwisseling om efficiënter en met betere resultaten in de waardeketen te produceren.

De Nederlandse landbouw kenmerkt zich meer door precisielandbouw vergeleken met de Duitse markt. Nederlandse boeren focussen in hun bedrijfsvoering meer op technische oplossingen in vergelijking met Duitse boeren. Tot slot: een verschil tussen Duitsland en Nederland is de mate van de intensiteit van het publieke debat, gerelateerd aan de milieu-impact van de agrarische sector. Denk aan de fosfaatplafond en de huidige stikstofdiscussie die nu gaande is in Nederland. In Duitsland is deze maatschappelijke druk op de boeren minder groot.

Klimaatbescherming stopt niet bij de grens. ForFarmers is actief in vijf Europese landen. Welke concrete bijdrage levert uw bedrijf aan de grensoverschrijdende aanpak van de transitie naar duurzaamheid in de landbouw?

Duurzaamheid houdt inderdaad niet op bij de grens. De kennis die wij opdoen in alle landen waarin wij actief zijn zetten we in om de sector duurzamer te maken. Daar staan wij als organisatie ook voor. ForFarmers heeft als missie ‘For the Future of Farming’. Dat wil zeggen: wij staan voor de toekomst van de veehouderij, in alle landen waarin we actief zijn.

U heeft uw eigen Nutrition Innovation Center (NIC) opgezet in Lochem.  Aan welke oplossingen werkt u momenteel?

De NIC bestaat uit dierspecifieke voerdeskundigen en innovatiemanagers. Zij voeren gemiddeld 40-50 onderzoeksprojecten per jaar uit, samen met kennisinstellingen en andere brancheorganisaties. Zij werken aan het voortdurend verbeteren van de prestaties van onze producten door het verbeteren van onder andere de voerefficiëntie. Maar maatschappelijke kwesties, zoals diergezondheid en dierenwelzijn, vermindering van medicijngebruik, de impact van de veehouderij op het milieu bijv. in de zin van stikstof- en fosfaatefficiëntie en de benutting van grondstoffen zijn ook belangrijke onderzoeksthema’s.

Klimaatbescherming is niet alleen een taak voor fabrikanten, maar ook voor consumenten. Wat kunnen we allemaal bijdragen aan een duurzamere veehouderij?

Uiteindelijk is een duurzame wereld een verantwoordelijkheid van iedereen, van consument tot fabrikant. Ieder kan hieraan bijdragen door bewust te consumeren bij wat bij zijn of haar persoonlijke voorkeur past. Bijvoorbeeld: is het welzijn van dieren belangrijk voor jou, kies dan voor speciale welzijnsconcepten in de supermarkt of slager. Maar het is dan ook van belang dat de consument zich realiseert dat er een hogere prijs mee gemoeid is!

Foto: ForFarmers