Duits-Nederlandse grenshopper met blik op Brussel
Duits-Nederlandse grenshopper met blik op Brussel
Hoe de puzzel van grensoverschrijdende samenwerkingen gelegd moet worden? Volgens de nieuwe gasthoogleraar Duits-Nederlandse economische betrekkingen aan het Zentrum für Niederlande Studien in Münster, Dr. Mariska van der Giessen, blijft het complex. Daarom pleit ze voor minder bureaucratie vanuit Brussel voor grensoverschrijdende EU-projecten.
Ze komt uit een Nederlands gezin, groeide op in Duitsland, ging daar naar school en studeerde vervolgens in Münster en in Nijmegen. Het Duits-Nederlandse loopt als een rode lijn door haar leven. “Beide talen en culturen waren altijd dichtbij”, vertelt Van der Giessen. Dat ze na haar studie bij de Euregio Rijn-Waal in Kleve aan de slag ging, was dan ook niet verassend. “Bijzonder interessant, ik zag alle lijnen in de binationale samenwerking – van de communicatie tussen Brussel en de betrokken ministeries tot aan de bedrijven, organisaties en instellingen die in de grensoverschrijdende projecten met elkaar samenwerkten.”
“Hou de eisen voor Europese programma’s zo eenvoudig mogelijk”
Ook voor haar promotieonderzoek reisde Van der Giessen veel naar Brussel en kreeg ze de mogelijkheid om tot in de haarvaten van de Europese Commissie door te dringen. Ze wilde weten hoe de puzzel van grensoverschrijdende samenwerkingen gelegd moest worden. “De Europese programma’s kunnen complex zijn en er zijn veel eisen waaraan deelnemers moeten voldoen, dat het maanden kan duren voordat een subsidieaanvraag is afgerond”, zo vertelt ze. Van der Giessen pleitte er tijdens haar periode in Brussel dan ook voor om de eisen zo eenvoudig mogelijk te houden.
Maar ze zag ook de reden in voor al die regels. “Voor Brussel zijn veel (grens)regio´s ver weg. Met de eisen willen ze vooral controle houden en waarborgen dat het geld goed terecht komt”, zo legt ze uit. In haar daaropvolgende baan bij Fontys Hogescholen, ervaarde ze de bureaucratie in levende lijve. “Voor een van mijn projecten duurde de subsidieaanvraag bijna drie jaar.”
Duitsland niet alleen van belang in grensregio
Inmiddels is ze al bijna tien jaar lector. Eerst vier jaar aan de Fontys Hogescholen in de grensregio en sinds 2017 bij NHL Stenden in Leeuwarden en Emmen. “Daar doe ik onderzoek naar internationalisering in Noord-Nederland”, vertelt de hoogleraar. Ze kijkt vooral naar hoe de overheid het mkb ondersteunt bij grensoverschrijdende projecten. “Bij Fontys hield ik mij hier ook mee bezig, maar daar ging het vooral om Euregionale samenwerkingen”, legt ze uit. “In Leeuwarden wordt het breder getrokken, maar ook hier krijgt Duitsland veel belangstelling. De oosterburen zijn niet alleen in de grensregio de belangrijkste handelspartner, dat geldt voor het hele land”. Ze legt uit dat de Duitse markt bovendien eenvoudig is om mee te beginnen. “Het is een grote markt, de taalbarrière is betrekkelijk klein en het is dichtbij”.
Sinds begin dit jaar is Van der Giessen naast lector en enkele nevenfuncties, gasthoogleraar Duits-Nederlandse economische betrekkingen in Münster. “Ik ben begonnen met het voorbereiden van de programma’s en heb er veel zin in!” Dankzij haar veelzijdigheid en haar verworven kennis en ervaring, is Van der Giessen in elk geval de persoon die grensoverschrijdende EU-projecten inzichtelijker kan maken – de complexiteit zal blijven.
Tekst: Hendrike Oosterhof
Foto: NHL Stenden Hogeschool