Havenbedrijf Rotterdam: een geïntegreerd speelveld
25 procent van de goederen die door de haven van Rotterdam gaat, komt van of gaat naar Duitsland – onze oosterburen zijn dan ook handelspartner nummer één voor de grootste haven van Europa. Daarom is het volgens DNHK-lid Havenbedrijf Rotterdam belangrijk om samen naar de toekomst te kijken – op gebied van digitalisering, energietransitie en de coronacrisis.
Als poort van Europa is de haven Rotterdam belangrijk voor een groot deel van het Europese achterland. “Er is veel samenwerking met andere Europese transport- en havenbedrijven”, vertelt Sanne Maris, advisor external affairs Duitsland bij het Havenbedrijf Rotterdam. Bijvoorbeeld met de havens van Hamburg en Bremen, maar ook met Antwerpen. Die samenwerking ligt vooral in gemeenschappelijke belangen zoals digitalisering en vergroening in de transport. “Onderwerpen die je niet in je eentje kunt oppakken.”
Coronacrisis zichtbaar na vijf weken zeevaart
“Dat geldt ook voor de gevolgen van de coronacrisis, deze merken we allemaal en moeten we samen aanpakken om de leveringsketen in stand te houden”, aldus Maris. “Het duurt zo’n vijf weken voordat een schip vanuit China in onze haven aankomt. In de cijfers van het eerste kwartaal zien wij nu de eerste uitwerkingen van de coronacrisis, en dan met name in maart”. De grote gevolgen verwacht het havenbedrijf terug te zien in de cijfers van april. “Voor deze maand verwachten we een flinke daling in het vrachtverkeer tussen Europa en Azië tot zo’n 25 procent”. Doordat er minder vraag is naar transport, beperken rederijen hun capaciteiten. En dat zie je terug in het aantal varende schepen.
Voor veel van de goederen gelden nu beperkingen of ze zijn overbodig – niet alleen in de haven, maar in de gehele transportketen. Grondstoffen zijn een belangrijk deel van wat naar Duitsland wordt vervoerd, zoals kolen en ijzererts voor de Duitse industrie. Doordat de Duitse industrie nu op veel lagere toeren draait, zijn er minder grondstoffen nodig. Verwacht wordt, dat de scheepvaart binnen Europa dit jaar zal dalen met tientallen procenten. De goederen, maar ook olie, vanwege de tijdelijk negatieve olieprijs, staan op verschillende plekken opgeslagen, bijvoorbeeld in havens, maar ook op schepen die op zee voor anker liggen.
Gezamenlijke aanpak coronacrisis
“De situatie vraagt om aanpassingsvermogen”, zegt Maris. “De haven en alle betroffen bedrijven moeten maatregelen treffen om de leveringsketen zo goed mogelijk in stand te houden. Dat geldt voor goederen aan zowel Nederland als het Europese achterland.” Volgens Maris is daar vanaf het begin van de crisis al hard aan gewerkt en dat gaat nog steeds door. “We hebben dagelijks overleg met logistieke operateurs vanuit de spoorwegen, binnenvaart en wegtransport en zijn constant aan het afstemmen met partners, leveranciers, maar ook met instanties als de GGD. Het is één groot geïntegreerd speelveld.”
Maar ook de overheid speelt een belangrijke rol. Hierover is Maris positief: “de overheid kwam snel met duidelijke maatregelen om de vitale sectoren draaiende te houden. Verder is het van groot belang dat in Europa de grenzen openblijven – en waar dat niet kan, in elk geval de doorgang van goederen en uitwisseling van personeel mogelijk blijft”.
Op naar het post-coronatijdperk
Daarnaast is het belangrijk om naar voren te kijken: de post-coronatijd. “We moeten ons niet alleen met de huidige cijfers bezighouden, maar ook hoe we de economie helpen te revitaliseren na de crisis”, aldus de advisor external affairs Duitsland.
Om de continuïteit te bewaren, laat het havenbedrijf alle geplande investeringen doorgaan. “Daarmee zijn veel mensen en bedrijven geholpen”. Volgens Maris, die negen jaar van haar jeugd in Duitsland heeft doorgebracht, kunnen bepaalde ontwikkelingen nu snel gaan, waaronder bereikbaarheid en energietransitie. “Met deze onderwerpen waren we al intensief bezig en kunnen nu in een stroomversnelling komen.” Als voorbeeld noemt ze de waterstofinfrastructuur die in de haven wordt aangelegd en die uiteindelijk met industriecentra in West-Duitsland moet worden verbonden. “We verwachten dat de vraag naar waterstof groot zal zijn – al vanaf 2030.” Dus moet het havenbedrijf nu investeren en voorsorteren. Overheden spelen daarin een grote rol. “Dergelijke projecten kunnen alleen in samenwerking met de provincie en landelijke overheid, maar ook grensoverschrijdend – daar leeft de haven van.“
Tekst: Hendrike Oosterhof. Foto: Fotolia