DNHK-lid Picnic wint NRW.Invest Award

Eenmaal per jaar zet de regionale ontwikkelingsmaatschappij NRW.Invest buitenlandse investeerders in het zonnetje die buitengewone diensten hebben verleend aan Noordrijn-Westfalen. Begin juli ontving DNHK-lid Picnic deze NRW.Invest Award. Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken om hen nogmaals te feliciteren.

De Nederlandse online supermarkt levert zonder bezorgkosten rechtstreeks bij de klant thuis. Opgericht in 2015, bedient de startup al 175.000 huishoudens in Nederland. PICNIC is sinds begin 2018 ook actief in Duitsland. In Noordrijn-Westfalen heeft het bedrijf vijf vestigingen opgezet, ongeveer 400 arbeidsplaatsen gecreëerd en bereikt het nu zo’n 35.000 klanten.

Reden genoeg om ons interview met picknick-oprichter Michiel Muller hier opnieuw te publiceren. Lees hier wat de winnaar van de Duits-Nederlandse Business Award 2018 van de DNHK te zeggen heeft over groeiambities, uitdagingen en vooral over de Duitse markt.

Michiel, hoe is Picnic überhaupt ontstaan?

Mijn collega’s Joris Beckers en Frederik Nieuwenhuys kwamen met het idee toen zij net hun eigen softwarebedrijf hadden verkocht. Zij constateerden dat in uiteenlopende branches de online penetratie hoog is – maar niet voor boodschappen. Joris en Frederik hebben mij toen benaderd met het plan om een online boodschappendienst te starten.

Maar waarom online boodschappen en niet bijvoorbeeld online reizen?

Online boodschappen doen stond een jaar geleden echt nog in de kinderschoenen met een marktaandeel van één tot twee procent. Terwijl online winkelen op gebied van reizen, mode, elektronica al rond de dertig procent lag. Velen zullen denken: Ja, dat is toch logisch. Maar dat is niet zo. Want boodschappen doen, is elke week hetzelfde en kost veel tijd. We hebben onderzoek gedaan en kwamen erachter, waarom mensen hun boodschappen niet online deden. Eén, ze willen niet voor bezorging betalen en twee, ze willen er niet urenlang op wachten.

En wat doen jullie nu anders dan anderen?

Wij vernieuwen de gehele infrastructuurketen en kunnen zo dus gratis leveren. Alles wat supermarkten doen, doen wij heel anders. Op deze manier kunnen wij iets nieuws creëren. Online levensmiddelen kopen was altijd duurder dan wanneer de klant z’n boodschappen in een fysieke winkel haalde. Dat veranderen wij nu. Picnic is vandaag de dag de enige aanbieder wereldwijd bij wie onlineshopping goedkoper is dan de winkelvariant. Bij andere leveranciers betalen klanten al snel zeven of acht euro voor de bezorging van hun boodschappen.

Maar hoe krijgen jullie dit voor elkaar?

Wij hebben zelf geen supermarkten en daarmee besparen we veel kosten. Als je een supermarkt hebt, heb je heel veel kosten in de supermarkt zelf. Je moet het gebouw financieren, in de winkelinrichting investeren, huur betalen. Daar komen nog de personeelskosten voor vakkenvullers en caissières bij. Wij besparen deze kosten en gebruiken het geld om de boodschappen thuis bij de klant te brengen.

Waarin investeren jullie het meest?

Het meest investeren wij in onze infrastructuur van slimme distributiecentra en onze zelf ontwikkelde 100 procent elektrische autootjes. Daarnaast investeren we veel in onze digitale infrastructuur en hebben we een app waarmee je in drie minuten je boodschappen kan doen.

Vergelijkt Picnic zichzelf met andere supermarkten?

Je zou ons eerder kunnen vergelijken met dienstverleners die ook thuisbezorgen. Veel mensen doen bij ons voor de eerste keer online boodschappen en zijn verrast over hoe makkelijk het is. Wij bezorgen bovendien op de minuut precies: de consument kan ook op zijn app de bezorgauto volgen en hoeft in principe maar een minuut thuis te zijn. Samen met de gratis bezorging creëer je daarmee een massamarkt en is het niet langer een premiummarkt.

Wat kunnen jullie als Picnic veranderen?

Wij hebben een compleet nieuw model, hebben onze eigen duurzame autootjes, zijn extreem op tijd en hebben een hoog serviceniveau. En we besparen de consument twee uur per week. Wij halen bovendien veel vervoersbewegingen uit de wijken. Wij clusteren deze zoals de melkboer vroeger in efficiënte bezorg rondjes.

Zijn Duitsers al klaar voor online boodschappen?

Zeker. Een medewerker van ons heeft lang in een band gespeeld die ook veel in Duitsland optrad. Hij zegt: het duurt een beetje langer voordat zij daar op de dansvloer staan, maar als ze er eenmaal zijn, zijn ze super trouw. Nederlanders zijn heel snel. Is er iets nieuws, laten we dat dan meteen uitproberen. Duitsers kijken iets meer de kat uit de boom en willen eerst meer over de producten en prijzen weten. Daarna zie je exact hetzelfde als in Nederland en willen ze niets anders meer.

Hoe zijn jullie in Duitsland van start gegaan?

We zijn gestart met een testfase onder een andere naam. Dit hebben wij bewust gedaan omdat we puur de service wilden testen. Zo krijg je goede feedback op alleen je service en je producten. In Duitsland hebben we veel lokale producten toegevoegd.

Waarom hebben jullie gekozen voor de regio Noordrijn-Westfalen (NRW)?

Om enkele praktische redenen. We kunnen op en neer in een dag en het is niet zo ver weg als Berlijn. Wij vinden bovendien dat NRW nog een beetje op Nederland lijkt. Wij hebben daarnaast een afspraak met Edeka Rhein-Ruhr. Ze zijn groothandelaar en leveren een belangrijk deel van het assortiment. Daarnaast hebben we nog eigen leveranciers die lokale producten leveren.

Hoe belangrijk is een lokaal team?

Dat is voor ons heel belangrijk. We hebben medewerkers nodig die de markt begrijpen, de taal spreken en goed begrijpen hoe de cultuur in elkaar zit. In Nederland hebben we zo’n 2500 mensen in dienst. In Düsseldorf, Krefeld, Mönchengladbach Neuss en Viersen hebben wij nu zo’n vierhonderd medewerkers in dienst.

Welke rol spelen data voor jullie?

De digitale omgeving speelt een belangrijke rol. De app wordt voor elke user aangepast en hij vormt zich naar het koopgedrag. Je gebruikt data om het voor de klant makkelijker te maken of om zelfs de klant zelf voor te laten stellen welk product hij nog meer zou wensen. Daarmee kunnen wij ervoor zorgen dat veel gevraagde producten ook aangeboden worden en dat andere uit het assortiment gaan.

Hoe karakteriseer jij jezelf als manager?

Manager? Nee, ik ben eerder een ondernemer. Ik vind het belangrijk om te kijken of dingen nog goed werken. Daarbij helpen ons de data natuurlijk heel erg. Tegelijkertijd blijft er nog veel ruimte voor het gevoel dat wij hebben om de cultuur op te bouwen. Dat vind ik het leukst. Het ondernemerschap mag je niet kwijtraken, je moet risico’s nemen en goed naar de klanten blijven luisteren. Niet denken, nu hebben wij de gouden formule en kunnen achterover leunen. Er zijn veel andere bedrijven, die ook wakker zijn en wij innoveren continu verder.

Tekst: DNHK
Foto: